bijenoffensief

Help de Bijenstichting de rechtzaak te voeren om bijengif verboden te krijgen! Doneer hier!

Bijenoffensief

De bij loopt gevaar. Door een combinatie van ziekten, pesticiden en onvoldoende voedsel neemt het aantal bijen snel af. Omdat bijen ruim 80% van de bestuiving van ons voedsel voor hun rekening nemen, is dit niet alleen een gevaar voor de biodiversiteit, maar ook een direct gevaar voor de wereldvoedselvoorziening.

Wat zijn bijen?
Bijen zijn ruwweg onder te verdelen in honingbijen, hommels en solitaire bijen. Ze leven van stuifmeel en van nectar.
Honingbijen leven met gemiddeld 20.000 bijen in een "volk". Dat volk kun je zien als een enkel organisme. Alles wat de honingbij doet is ten dienste van het volk. Alleen de koningin kan eitjes leggen. Ze kan kiezen of ze bevrucht eitjes legt, dat worden de werksters, de vrouwelijke bijen, of onbevruchte, dat worden darren, mannetjes. In het volk leven voornamelijk werksters, en een paar darren die alleen voor bevruchting van nieuwe koninginnen dienen. De werksters bepalen of er werkstereitjes of darreneitjes gelegd moeten worden. In het voorjaar groeit het volk uit tot een organisme met soms wel 50.000 leden. Iedereen heeft een eigen taak. Iedere bij eindigt als haalbij, die stuifmeel en nectar naar de kast brengt om de larven te voeren en een wintervoorraad op te bouwen. In de winter telt het volk maar een paar duizend bijen en een koningin, die teren op de wintervoorraad en wachten tot het warm genoeg is om weer uit te vliegen en aan een nieuw jaar te beginnen. Ze houden elkaar warm door zo dicht mogelijk op elkaar te blijven zitten.
Hommels leven in de zomer ongeveer zoals honingbijen. Het grootste verschil zit 'm in de winter. Dan graaft de koningin een holletje in de grond en neemt geen andere hommels mee de winter door. Hommels leggen dus ook geen grote voorraden aan om de winter door te komen.
Solitaire (wilde) bijen leven als eenlingen en komen alleen bij elkaar om te paren. Ze maken een nest in gaatjes in muren en in blokken hout, maar er zijn ook bijen die hun nest onder de grond maken. In het nest leggen ze eitjes.

Waar zijn ze goed voor?
Bijen bestuiven ruim 80% van al onze voedselgewassen. Andere insecten bestuiven ook, maar bijen zijn het effectiefst, omdat een bij de hele dag op dezelfde bloemensoort vliegt. Er komt dus geen stuifmeel op de verkeerde bloem terecht. Andere insecten gaan van soort naar soort en bestuiven zo minder effectief. Voor onze voedselvoorziening zijn we dus erg afhankelijk van bijen.
Bijen zijn ook onmisbaar voor de biodiversiteit. Sommige wilde bijen horen bij een bepaalde bloem, als de bloem er niet meer is, is de bijbehorende bij er niet meer en vice versa.

Wat is er aan de hand?
De laatste jaren sterven er in de winter veel meer bijen dan daarvoor.  Als er te weinig bijen in een volk overblijven, kunnen ze elkaar niet meer warm houden er sterven ze allemaal. Dit komt door een combinatie van een aantal factoren.
Een parasiet en bestrijdingsmiddelen spelen de hoofdrol. Die parasiet is de Varroa-mijt, een klein diertje dat een beetje op een teek lijkt. De mijt plant zich voort op de larven van de bij. Hij verzwakt ze daarbij zodanig dat er bijen geboren worden die te klein en te zwak zijn, soms met beschadigde vleugels. De mijt is geimporteerd vanuit Azie en onze honingbij is er niet tegen opgewassen. Zonder hulp van de imker gaat het volk vaak ten onder aan de Varroa mijt.
De bestrijdingsmiddelen waar bijen iedere dag aan worden blootgesteld hebben een aantal ernstige gevolgen. De bijen worden er zwakker van en minder bestand tegen Nosema, een schimmel die onder andere een soort dysenterie veroorzaakt. Ook verstoort hun poetsdrang, waardoor ze het belagers  als Varroa minder moeilijk maken. Ook het vermogen tot communiceren en navigeren neemt af door de invloed van de bestrijdingsmiddelen; de honingbijen kunnen hun taak in het volk niet meer goed uitvoeren.
Net als voor ons is het voor de bijen belangrijk om gevarieerd te eten. Door monocultuur en een afname van wilde bloemen op het platteland is dat niet makkelijk. De bij in de stad heeft het tegenwoordig beter dan die op het platteland.

Wat moet er gebeuren?
Er zijn nog geen goede middelen tegen Nosema en de Varroa-mijt. Het enige wat we kunnen doen is zorgen dat de bij zo sterk mogelijk is en het net wel overleeft in plaats van net niet. Dit kunnen boeren doen door geen schadelijke bestrijdingsmiddelen te gebruiken, onkruid te laten staan en bloeien en af te stappen van monocultuur. Gemeentes kunnen hun groenbeleid bijvriendelijker maken door bijvoorbeeld later en minder te maaien, te kiezen voor planten met veel stuifmeel en nectar, etc.
De overheid en de Europese Unie kunnen een strenger beleid voeren voor het gebruik van bepaalde pesticiden.
Al deze dingen vragen een lange adem.

Wat kunnen we zelf doen?
Door goed na te denken over de politieke partij waar je op stemt en wat je koopt, kun je op de bovenstaande dingen nog best veel invloed hebben. Maar er is meer.
Als je een tuin hebt of een balkon of een bloembak, kun je daar bijenmix in zaaien. Dit is een mengsel van bloemenzaad waar de bijen hun hele werkzame jaar genoeg stuifmeel en nectar uit kunnen halen om te overleven. Het zaad kiemt goed onder de meeste omstandigheden. De planten bloeien een voor een, dus er is het hele jaar door stuifmeel en nectar en veel mooie bloemen.
Op de kaart van Amersfoort kun je een stip zetten waar je de bloemen gaat zaaien. Zo weten we waar het Amersfoorts bijenlint ontstaat.
Wat je ook kunt doen is een paar gaten boren in een blok hout of een stuk steen. Dat noem je dan een bijenhotel en daar leggen de solitaire bijen hun eitjes in. Je kunt er in 5 minuten een maken.
Als je er echt voor wilt gaan, kun je proberen van je eigen stad een bijenstad te maken.
nl